DENKBEELD VI
UTOPIE?

![]() |
||
Voorhof van het Centrum van de Geschriften met (achtergrond) Bahá’í Archief. |
Het realisme van de hoop
Anderhalve eeuw geleden heeft zich in de dimensies van de geest een explosie voorgedaan, waarvan de schokgolf de wereld verandert. Terwijl er volgens de wetten van Newton geen beweging kan ontstaan vanuit zichzelf, sloeg de trage gang van de geschiedenis halverwege de 19e eeuw plotseling op hol. - Een denkbare verklaring:
Op 23 mei 1844 hadde Báb, een jonge Profeet, in Perzië verkondigd dat God de poort sloot en opende tussen twee wereldtijdperken. De Almachtige zou de mens van nieuwe inzichten en middelen voorzien voor een nieuwe, wereldomvattende leeforde. Spoedig zou de Beloofde verschijnen van alle volkeren, "Hij die God manifesteert."
De Báb betaalde die boodschap in 1850 met Zijn leven maar Zijn geest bleef de harten van grote menigten bewegen. Ook zij
werden het slachtoffer van onderdrukking door moskee en staat. Onder hen bevond
zich de zoon van een oud Perzisch koningsgeslacht. Hij werd de hemelverbindende
gestalte die de Báb had aangekondigd - Bahá'u'lláh.
In brieven aan de politieke machthebbers van Zijn tijd voorspelt Bahá'u'lláh
dat het leven op aarde door explosieve materiële vooruitgang zal veranderen,
en dat die vooruitgang gepaard moet gaan met een evenzo ingrijpende innerlijke vooruitgang
bij het leidende deel van de mensheid die daarvoor open moet staan.
Bij wereldomvattende wetenschappen en technologieën hoort een wereldomvattende mentaliteit en menselijkheid. Bahá’u’lláh verkondigt het daartoe strekkende Goddelijke Plan - het bestuurstelsel voor een planetaire beschaving, gebaseerd op de sterkste elementen in theocratie, aristocratie en democratie, met een nieuw concept God als de maatgevende factor.
De droom van gerechtigheid en vrede zal waar worden omdat er geen alternatief meer voor zal zijn in de realiteit. Doch de Bahá'í-geschriften die dit vooruitzicht openen, bevatten ook de waarschuwing dat dit wereldhistorische verlossingsproces gepaard kan gaan met zware geboorteweeën.
Een van de gevaren die verbonden zijn aan wat de nieuwe mens zal tegenkomen, noemt Bahá'u'lláh nadrukkelijk:
"Vreemde en verbazingwekkende dingen bestaan er in de aarde. Deze dingen zijn in staat de hele dampkring van de aarde te veranderen, en besmetting erdoor zal dodelijk blijken."
Die waarschuwing blijft actueel.
Aan de andere kant:
We kunnen inmiddels op kometen schieten, atomen leren schrijven, sterren analyseren die niet meer bestaan. Onze machines vliegen naar andere planeten en duiken in de wereld van de microben. Kinderen verwekken we in glazen schalen en verplanten we van uterus naar uterus. Wij decoderen het schrift waarin levende wezens zijn geprogrammeerd en ontraadselen geheimen die mensen duizenden jaren geleden meegenomen hebben in hun graf.
Zelden staan we erbij stil waar we inmiddels staan in de geschiedenis.
Geen mens weet meer wat we allemaal te weten zijn gekomen sinds een eeuw en vooral in de laatste vijftig jaar. Datastromen over de macro- en microkosmos treden buiten de oevers van alle geheugens. Nooit eerder heeft de mens zoveel geweten als nu. Miljarden hersenen hebben al via internet verbinding met elkaar. We maken meer, verbruiken meer, bouwen meer en vernietigen meer dan ooit denkbaar is geweest.
Onze wereld lijkt alleen nog slechts oppervlakkig op de wereld van gisteren.
Ineens is er de ontwrichting van het klimaat, het leven in de steden en de zeeën.
De honger in de wereld wordt veroorzaakt door onrecht, niet door gebrek aan voedsel
op aarde. Terwijl er op aarde hemeltergende nood heerst geven de volkeren meer dan
een biljoen dollar uit om zich al of niet agressief te verdedigen.
De mensheid staat historisch op een splitsing van wegen. De buitenlandse politiek van gisteren is een doodlopende weg. Met elke wereldcrisis wordt duidelijker hoe afhankelijk allen van allen zijn geworden.
Tegelijkertijd zijn voor het eerst in de geschiedenis van de mens alle intellectuele en materiële systemen en krachten beschikbaar om een vreedzame en rechtvaardige mensenwereld te bouwen. Al die mogelijkheden en inzichten zijn de mens aangereikt als middelen tot een hoger doel: de universele vrede waar geen alternatief meer voor is.
In de openbaring door Bahá'u'lláh is "het verschijnsel Mens" de hoogste uitdrukking van de geest in de materie. Alleen de mens kan het geheim waarnemen dat in zijn eigen schepping en die van het universum besloten ligt. “Gij zijt Mijn glorie, en Mijn glorie verbleekt niet”, openbaart Bahá'u'lláh.
Bahá’is voelen zich de realisten van de hoop op een menswaardige wereld.
Over de wereldvrede
Aanhalingen uit de Geschriften van Bahá'u'lláh
- Het welzijn der mensheid, haar vrede en veiligheid zijn onbereikbaar tenzij en totdat haar eenheid blijvend tot stand is gebracht. Die eenheid kan niet worden verwezenlijkt, zolang aan de raad die de Pen van de Allerhoogste heeft geopenbaard, achteloos wordt voorbijgegaan
- Het is de plicht van de vorsten der wereld – moge God hen bijstaan – om zich eensgezind aan Vrede vast te houden, het belangrijkste wapen ter bescherming van de mensheid. Wij hopen dat zij zullen opstaan om te bereiken wat het welzijn der mensen zal bevorderen. Het is hun plicht een allen omvattende vergadering bijeen te roepen … en alle vereiste maatregelen te verordenen voor de vestiging van eenheid en eendracht onder de mensen. Zij dienen zich van alle oorlogstuig te ontdoen en constructieve middelen in universeel gebruik te nemen. Zou een koning de wapens opnemen tegen een ander dan moeten alle overige koningen opstaan om hem dat te beletten. Wapenen en oorlogsmaterieel zullen dan niet langer nodig zijn, behoudens ter bewaring van de binnenlandse veiligheid.
- De dag nadert waarop alle volkeren der wereld één wereldtaal en één schrift zullen hebben aangenomen. Wanneer dit bereikt is, zal men – waarheen men ook reist – het gevoel hebben zijn eigen huis binnen te gaan. Deze dingen zijn verplicht en absoluut essentieel. Het is de plicht van ieder mens met inzicht en begrip alles in het werk te stellen om wat is geschreven in daden om te zetten.
- Hij is waarlijk mens die zich nu in dienst stelt van de gehele mensheid. Gezegend en gelukkig is de mens die opstaat om de hoogste belangen van de volkeren en geslachten der aarde te bevorderen. Op een andere plaats is reeds verkondigd: Men beroeme zich er niet op zijn vaderland lief te hebben doch stelle er een eer in de gehele wereld lief te hebben. De aarde is één land en alle mensen zijn daarvan de burgers.
- Wij hopen dat de godsdienstleiders en de heersers der wereld eendrachtig zullen opstaan voor de hervorming van deze tijd en het herstel van haar voorspoed. Laten zij, na diep nagedacht te hebben over ‘s werelds noden, samen beraadslagen en, door een zorgvuldige en diepgaande overweging, aan een verziekte en hevig gekwelde wereld het geneesmiddel toedienen dat zij nodig heeft.
- Wat de Heer heeft voorgeschreven als de voortreffelijkste remedie en het machtigste instrument ter genezing van de gehele wereld is de vereniging van alle volkeren in één universele Zaak, één gemeenschappelijk Geloof. Dit kan op geen andere wijze worden bereikt dan door de kracht van een kundige, almachtige en bezielde Geneesheer.
- De vooruitgang der wereld, de ontwikkeling der natiën, de rust der volkeren, en de vrede van allen die op aarde wonen, behoren tot de beginselen en verordeningen van God. Gezegend en gelukkig is hij die opstaat om de hoogste belangen van de volkeren en geslachten der aarde te bevorderen.
Nationale soevereiniteit nadert breekpunt
Uit een verklaring van het Bahá'í Universele Huis van Gerechtigheid
Het Bahá'í-geloof beschouwt de huidige wereldverwarring en de rampzalige toestand van de mens als een natuurlijk stadium in een organisch proces, dat onweerstaanbaar zal leiden tot de eenwording van de menselijke soort in één enkele maatschappelijke orde, waarvan de grenzen die van de planeet zijn. De mensheid heeft, als aparte organische eenheid, ontwikkelingsfasen doorgemaakt die analoog zijn aan de kleuter- en kindertijd in het individuele leven, en zij verkeert nu in het stadium van een turbulente adolescentie die geleidelijk overgaat naar volwassenheid.
Hoeveel leed en beroering de komende jaren ook mogen brengen, hoe somber de huidige omstandigheden ook mogen zijn, de Bahá'í-gemeenschap gelooft dat de mensheid deze ergste beproeving aankan, met vertrouwen in de uitkomst daarvan.De schokkende veranderingen waar de mensheid sneller en sneller naar toe drijft, brengen niet het einde van beschaving maar maken mogelijkheden vrij die inherent zijn aan de werkelijke rang van de mens en die de volle maat zullen onthullen van zijn bestemming op aarde en de uitzonderlijkheid van zijn werkelijkheid.
De bron van het optimisme dat wij voelen, is een visie die verder reikt dan het beëindigen van oorlog en de opbouw van organisaties voor internationale samenwerking. Blijvende vrede onder de naties is een essentieel stadium, maar, openbaart Bahá'u'lláh, niet het uiteindelijke doel van de sociale ontwikkeling van de mensheid. Voorbij de aanvankelijke wapenstilstand die de wereld wordt afgedwongen uit angst voor een nucleaire slachting; voorbij de politieke vrede die aarzelend wordt aangegaan door achterdochtige, wedijverende naties; voorbij praktische maatregelen voor veiligheid en coëxistentie; zelfs voorbij de vele experimentele samenwerkingsverbanden die door deze stappen mogelijk gemaakt zullen worden, ligt als bekroning het uiteindelijke doel: de vereniging van alle volkeren der aarde in één wereldwijde familie.
Militaire conflicten lopen volkomen uit de hand. Zij vormen een bedreiging die de volkeren meer en meer alarmeren. De internationale anarchie die onlosmakelijk verbonden is aan het stelsel van nationale soevereiniteit, nadert haar breekpunt. Een volwassen wordende wereld moet deze afgod afzweren
Volledige tekst: Who is Writing the Future?
Achterliggende documenten:
The Promise of World Peace
United Nations Millennium
Declaration
The Millennium World Peace Summit:
A Bahá'í Perspective