Baha'i Denkbeelden
Bahá'í? Bahá’u’lláh? God? Openbaring? Religie? Utopie? Mens? Dood? Coïncidenties?

INTRODUCTIE
BOEKEN
TOOLS
VISUALS
GELOOF EN VERSTAND
SLEUTELWOORDEN


BAHAIQUEST MAGAZINE logo quest

LEZINGEN
FOLDERSERIE BAHAI-DENKBEELDEN

 © GCV


DENKBEELD V

RELIGIE?

  In het voormalige huis van  Baháú'lláh  
 

In het voormalige huis van Baháú'lláh in Bahji bij Akko

 

Ware religie dient de vermenselijking

Religie heeft de mens tot zijn grootste geestelijke prestaties bewogen. De mens dankt aan religie bijna al zijn klassieke monumenten en kunstwerken. Van de culturele objecten die de wereldgemeenschap als haar voornaamste erfenis beschouwt, vertoont het merendeel een verbinding met het religieuze. Alle tijdloze dichters, denkers, schilders, componisten en geleerden zijn religieuze mensen geweest, en alle grote beschavingen hebben een transcendent middelpunt gehad. Waar het Heilige ontbreekt verwelken beschavingen, zoals tegenwoordig in oost en west.

Tegelijkertijd begint dan een nieuwe geestelijke Lente. Het Bahá'í-geloof is daar de voorbode van.

"Waar veel licht is, is ook veel schaduw" (Goethe). Vermeende godsdienstigheid heeft grote schande over de mensheid gebracht. Uit naam van God zijn dierbare volkeren vermoord, gouden steden gebrandschat en vrije geesten op de brandstapel gesleepd.

Toch hebben de kruisridders, kettermeesters en dwepers van alle godsdiensten bij elkaar in duizend jaar niet zoveel mensenleed veroorzaakt als de gele, zwarte, bruine en rode ideologieën die tweehonderd miljoen onschuldige burgers en jonge soldaten hebben gedood, in minder dan een tiende van de tijd.

Sinds het einde van de 20e eeuw is de wereld met nieuwe, antihemelse, ideologieën geconfronteerd die een bekrompen, onheilig en moorddadig geloof in eigen orthodoxie uitdroegen.

Zendboden van het Universele Huis van Gerechtigheid - het wereldbestuur van het Bahá'í-geloof - bezorgden in april en mei 2002 een waarschuwende brief aan de leiders van alle wereldgodsdiensten. Zij zouden samen hun invloed moeten aanwenden om het gevaar van nieuwe godsdienstige haat te bezweren - de ideologie van het terroristisch gelijk.

-> Bahá'i Boodschap aan de godsdienstleiders

Al een eeuw eerder had 'Abdu'l-Bahá, de voornaamste Leraar van het Bahá'í-geloof, de volgende alarmerende uitspraak gedaan:

“Religie die als zoete honing was bedoeld, is in bitter vergif veranderd. Religie die tot de verlichting van de mensheid moest dienen, is tot een factor van obscuriteit en doem verworden. Religie die het bewustzijn van het eeuwige leven moest brengen, is nu een duivels instrument van de dood. Zolang dit bijgeloof in de handen zit en deze netwerken van veinzerij en schijnheiligheid in de vingers, is religie het gevaarlijkste agens op deze planeet.”

Het dodelijke gevaar had zich wereldwijd verspreid. Mensen lieten zich door fanatici tot kamikazevliegers en levende bommen programmeren. Terreur moest gerechtigheid op aarde brengen. Voor het eerst in de geschiedenis had de onheilige kant van geloof globale afmetingen. De brief die de godsdienstleiders van oost en west in 2002 uit Haifa ontvingen, schetste de situatie waarin zich de aarde bevond:

"Met elke dag die voorbijgaat, groeit het gevaar dat de oplaaiende vuren van religieuze bezetenheid een wereldbrand veroorzaken waarvan de gevolgen onvoorstelbaar zijn.

Terwijl de mensheid één groot geheel vormt, met gelijkwaardigheid van seksen, volkeren, rassen en religies als principiële basis, staat het overgrote deel van de georganiseerde religies volgens het Bahá'í-wereldbestuur "als verlamd aan de drempel van de toekomst - nog steeds in de ban van dogma's en vermeende privileges bij de deur naar de waarheid, verbeeldingen die al eerder tot bittere conflicten tussen de verscheurde bewoners van de aarde hebben geleid".

Hoewel er maar één God kan bestaan die allen en alles bindt, waant elke godsdienst zich vanuit zijn eigen theologie in een exclusieve positie ten opzichte van het Heilige en vervreemdt hij daardoor de eigen minderheid van de meerderheid van andersdenkende mensen.

Alleen door een krachtig beleid op basis van het inzicht dat tenslotte alle godsdiensten God willen dienen, zouden de wereldreligies het onheil van een botsing van culturen kunnen helpen afwenden, aldus de boodschap van het Bahá'í-wereldbestuur.
Geen nieuwe wereldorde zonder een nieuwe geest.

Later riep de internationale Bahá'í-gemeenschap de Verenigde Naties op extra aandacht te besteden aan het vermogen van godsdiensten om de volkeren voor het goede te motiveren. Het was langzaam duidelijk geworden dat de noodzakelijke verbouwing van de aarde tot een huis van de gehele mensheid "niet haalbaar is in een spiritueel vacuüm".

Voorgesteld werd een VN-forum voor permanent overleg met godsdienstige leiders. Op Nieuwjaarsdag 2004 verkondigde ook de Paus de noodzaak van een nieuwe wereldorde, met de Verenigde Naties als hoogste gezag - een en denkbeeld dat Bahá'u'lláh in 1868 in zendschrijven aan de toenmalige wereldleiders had gelanceerd.

Het valse etiket "godsdienst"

Niet alles wat 'godsdienst' heet, dient God en daarmee de mens. En theologie die pretendeert die Macht te kennen, lijdt volgens de wijsgeer Karl Popper aan "het symptoom Ongeloof". Ware religie bevordert de vermenselijking van de mens en de groei naar spirituele volwassenheid die bij de gigantische technologische en financiële vermogens van de huidige mensheid past. Religie die tweestrijd zaait, handelt godverlaten; het ware beter ze af te schaffen, aldus de Bahá'í-leer.

In dienst van de medemenselijkheid

De geschiedenis verloopt doelgericht: In een maatschappelijk evolutieproces van bewustzijn en humanisering zijn fase na fase complexer organisatievormen ontstaan - gezin, familie, clan, stam, volk, natie, supranationale instellingen. In het huidige stadium voltrekt zich de historische overgang naar de "global world" waarin allen bij allen en alles betrokken zijn. Die trend is bijna letterlijk uit de hemel komen vallen - als Gods middel tot Gods doel: een wereld die alles samen deelt en draagt.

Binnen een enkel decennium heeft inventiviteit het "world wide web" gesponnen, een ongekende staat van intermenselijke communicatie. De Openbaring van Bahá'u'lláh had vooraf al gesteld dat de mensheid alle middelen zullen worden aangereikt die de samenbinding van de mensheid dienen. 

Twee wegen naar kennis

De kloof tussen het nieuwe weten over de natuur en de oude godsdienstige wereldbeelden wordt steeds groter, en dat terwijl wetenschap en religie complementair zijn - de twee benen waar de mens op staat; de twee wieken van de geest; de twee polen van het inzicht. Natuurlijke kennis groeit door onderzoek, religieuze kennis door openbaring, en beiden gaan over dezelfde werkelijkheid. In de boekenreeks van God zijn nieuwe afleveringen verschenen. Aan de explosieve toename van natuurwetenschappelijke kennis is een openbaring vooraf gegaan die dit verschijnsel aankondigt en de achtergrond van die wonderlijke acceleratie van het moderne weten opheldert.

Interventie in de geschiedenis

Dat de tijden veranderen merkt ieder denkend mens. Dat dit opzettelijk geschiedt is een adembenemende gedachte. Die gedachte betekent dat de meeste mensen een oppermachtige factor in het huidige tijdbeeld over het hoofd zien. Zoals deeltjes, zonnen en levensvormen aan wetten zijn gebonden, verloopt ook de evolutie van de mensheid in een voorgeschreven baan. De Godsopenbaring die zich aan de vooravond van het 3e millennium heeft voorgedaan, laat de mens het schitterende panorama van morgen zien.

Een venster naar nieuw weten

Religie blijkt de tijd voor te zijn en niet de ontwikkelingen achteraan te lopen. De Openbaring van Bahá'u'lláh biedt informatie over het universum uit de Eerste Hand. Uit de obscuriteit van het 19-eeuwse Perzië komt informatie die aan de stand van de wetenschap vooruit loopt. - Twee voorbeelden uit de Openbaring van Bahá'u'lláh:

Is er leven buiten de aarde?

“De schepping Gods omvat werelden naast deze wereld en schepselen naast deze schepselen. In al die werelden heeft Hij dingen verordend die niemand doorgronden kan, behalve Hijzelf.”

Heeft het heelal een begin?

“Weet voorzeker dat Gods schepping sinds eeuwigheid bestaat en zal blijven bestaan. Haar begin is zonder begin geweest en haar einde zal geen einde hebben. Zijn naam - Schepper - stelt immers een schepping voorop.”

C I T A T E N

Religie heeft de belangen van de mensheid tot doel, door eendracht te bevorderen en de geest van liefde en kameraadschap aan te kweken. Laat geloof niet een bron worden van onenigheid en strijd, van haat en vijandigheid. Dit is het rechte pad, het vaste en onwrikbare fundament. Alles wat op dit fundament wordt gebouwd, zal nimmer onder de wisselvalligheden op aarde wankelen, noch zal de gang van nog zoveel eeuwen haar structuren ondermijnen.

Bahá'u'lláh

Met religie bedoelen Wij die noodzakelijke verbindingen die een verenigende kracht bezitten. Die kracht is altijd de kern geweest in Gods religie. Het is Gods tijdloze gift, het doel van Gods leringen en wetten, het licht van eeuwig leven. Maar jammer, duizendmaal jammer, dat deze grondvesten zijn verlaten en vergeten, en dat de leiders van religie een stelsel van bijgeloof en rituelen hebben gefabriceerd dat volslagen afwijkt van het onderliggende idee. En omdat denkbeelden die door mensen zijn bedacht, altijd van elkaar afwijken, ontstaat er onenigheid die wederom tot strijd leidt en in oorlog en bloedvergieten kan eindigen...

'Abdu'l-Bahá

Al die opgelegde tradities die tot de huidige dag zijn overgeërfd, moeten daarom worden verlaten zodat wij, vrij van elk achterhaald bijgeloof, weer de oorspronkelijke opzet (van religie) kunnen doorvorsen. Wij zullen dan ontdekken dat hun bedenksels een eensluidende grondslag hebben en dat er slechts één, absolute werkelijkheid bestaat die als zodanig ondeelbaar is. Dit wederom zal tot eensgezindheid leiden, tot vriendschappelijke verbondenheid waarin de ware religie Gods al haar schoonheid en hoogheid kan ontsluieren.

'Abdu'l-Bahá

Baha'i Denkbeelden is een particulier initiatief van Gunter C. Vieten en een team van Nederlandse Bahá’ís
De vormgeving is van Steiner Graphics, Genève – Toronto