Baha'i Denkbeelden
Bahá'í? Bahá’u’lláh? God? Openbaring? Religie? Utopie? Mens? Dood? Coïncidenties?

INTRODUCTIE
BOEKEN
TOOLS
VISUALS
GELOOF EN VERSTAND


BAHAIQUEST MAGAZINE logo quest

LEZINGEN
FOLDERSERIE BAHAI-DENKBEELDEN

 © GCV


SLEUTELWOORDEN

 

Evolutietheorie – een halve waarheid

Velen denken dat Darwin heeft ontdekt dat het leven zichzelf heeft verwekt. Maar dat is een misvatting. Wat hij wel heeft ontdekt is dat soorten zich ontwikkelen. Hierdoor geloofde hij niet langer in een kant-en-klare schepping van de wereld in bijbelse Zes dagen. Hij veronderstelde dat ook de mens uit lagere levensvormen was voortgekomen. Bewijzen kon hij dat niet. Pas een eeuw later hebben wetenschappers het DNA ontdekt, de chromosomen en genotypen. Moleculair blijkt de mens in meer of mindere mate met andere levensvormen verwant te zijn. Maar onderzoek van de evolutie van het kenvermogen laat een kosmos van verschil zien tussen de zintuiglijke wereld die mens en dier delen en de wereld van de dimensies waarin zich alleen de mens kan bewegen. En dat onze peilloze levensvorm oorspronkelijk uit materie voortkomt is een van de fantasiearmste ideeën uit de geschiedenis van het denken.
[meer]

 

Begrippen om ons heen

© 2009 - Gunter C. Vieten

Woorden maken gedachten denkbaar, hoorbaar, leesbaar. We denken met woorden en communiceren met woorden door ze uit te spreken, neer te schrijven, rond te sturen. Woorden zijn sleutels tot betekenissen. Het is verrijkend over woorden na te denken omdat ze sleutels zijn tot ruimer begrip. 'Abd'ul-Bahá zegt dat we als “een leeuw” moesten “brullen” in “de bossen van kennis en wijsheid”. Religieuze mensen geloven dat ook God zich van het woord bedient om te communiceren. Het geopenbaarde woord verschaft hoger inzicht en innerlijke krachten die situaties veranderen. Bahá’u’lláh leert dat de Almachtige God alles schiep door een woord – Wees!

INHOUD

Eenheid – Een sociaal organisme

Het begin van al wat telt is 1. Er is slechts één volkje bekend dat niet eens 1 kan tellen – de Braziliaanse Pirahá. Ze zijn de levende herinnering aan een tijd toen de mens geestelijk nog mens moest worden door zijn ken- en doevermogen. Toen het brein het nodige kenvermogen bezat kreeg de mens een tweede wereld te zien – die van de geest. Hemel en aarde bleken een schitterende eenheid te vormen. Nu ondergaat de mensheid een nieuwe bewustzijnsverruiming waardoor er wereldvrede kan komen, met de verlossende zegeningen die daaruit voortvloeien. [meer]

Erfzonde – Het opzettelijke mankement

De mens wordt niet vanzelf tot mens – anderen en hijzelf zijn erbij noodzakelijk. Hij is slechts mens in aanleg. Bahá'u'lláh openbaart dat die aanleg de bekroning inhoudt van de gehele schepping. Niets onder God staat hoger dan de mens. Onder al wat bestaat kan alleen de mens van de baan afwijken die hem is toebedacht. Niets en niemand anders bezit die innerlijke bewegingsvrijheid. De mens moet kunnen kiezen om mens te worden. Daarom is er niets misgegaan in de Tuin van Eden. [meer]

Geloof – Een uitdaging van het verstand

De mens gelooft van alles op gezag van anderen; maar in God zou hij juist niet op gezag van anderen moeten geloven. God gaat ieders verstand te boven, maar gaat niet tegen het verstand in. Wat waar is doorstaat de toets van de rede, en redelijk nadenken kan ieder gezond mens. Iets dat tegen het gezonde mensenverstand indruist hoort eigenlijk niet thuis in ons hoofd. [meer]

Gezag – De onmisbare vreze Gods

Het Ik wil het liefst heer en meester zijn maar is het niet en wordt het niet. Soms duurt het lang voordat de mens dat inziet en zich erbij neerlegt. Gebrek aan ontzag voor een Gezag boven alles en allen leidt tot een geteisterde wereld. De ordening van het universum duidt op een Macht waaraan niets en niemand kan ontsnappen. Dat is beangstigend en geruststellend tegelijk. Daarom heeft de ‘vreze Gods’ twee kanten. [meer]

Goed en kwaad – De noodzakelijke beide kanten  

De mens wordt er bijkans atheïstisch van: Hoe kan er een goede God bestaan bij zoveel leed op aarde? Maar als God bestaat en al de jammer dezer aarde tolereert, zal er een reden voor kunnen zijn, misschien achter het gezichtsveld van ons korte leven. God spreekt uit Bahá’u’lláh van beproevingen als “heilzaam middel”. En zou leed noodzakelijk kunnen zijn om vreugde te kunnen ondervinden, tot in alle eeuwigheid? Het is vragen om begrip. [meer]

Licht – Communicatiedrager van God en mens

Licht verheldert de hemelen, de aarde, ons huis en het verstand. Licht is oscillerende energie, het verbindende element tussen stof en geest. Het komt uit onze lampen, transporteert hoorbare en leesbare gedachten, klanken, beelden en schijnt uit de geschriften van God die tot het inzicht spreken. Het verschijnen van Gods geest is als een zonsopgang om wakker bij te worden. Onze tijd is in de ogen van bahá’ís “de eeuw van het licht”.  [meer]

Liefde – Het magnetisme van de kosmos

Een raadselachtige kracht bindt quantumdeeltjes, Melkwegstelsels en menselijke clusters. Die kracht trekt ons ook onderling aan. Het is kennelijk een hogere vorm van energie. De oude naam van die energie in het boeddhisme – metta – kan het beste worden vertaald met ‘universele liefde’. De mens is er door ontstaan, met het vermogen op het Universum te zien als Gods geboortegeschenk. Liefde is een groots, raadselachtig begrip, en vooral zoveel meer dan een gevoel. [meer]

Messias – Geen item voor het journaal

Alleen materie beweegt in tijd en ruimte, kan komen, gaan. Geest doet dat niet. Toch denken mensen dat de terugkomst van de Messias zichtbaar zal zijn, wellicht vertoond kan worden op het televisiescherm. Maar verwisseld men hier niet zien met inzien? Heeft iemand toentertijd Jezus uit de hemel zien komen? Maar innerlijke ogen die open waren zagen dat wel zo. [meer]

Ontvangenis – Vader en moeder maken geen kind

Op het moment waarop een nieuwe mens ontstaat, versmelten de genen van vader en moeder. Versmelten dan ook hun zielen? En als de mens een ziel bezit – komt die dan van God wellicht? Dan is bij de wording van elk kind een Derde betrokken, de Schepper van al wat is. Eens in soms duizend jaar wordt er op aarde een volmaakt kind geboren, met een ziel waarin God kan verschijnen als in “een hemelse Spiegel”. Die Uitverkorenen manifesteren de Maker van de werelden, de ‘Vader in de Hemel’, de ‘Heerlijkheid Gods’. [meer]

Priesters – Dienaars van het verleden

Vanaf het begin van de religieuze culturen bemiddelen priesters en schriftgeleerden tussen mens en God. Vroeger leek het heilige te verheven voor de gewone man. Aan de andere kant waren de eerste wegbegeleiders van alle Manifestaties van God gewone mannen en vrouwen, leken. Bahá’u ‘lláh leert dat de mens een volwassen en verstandig wezen hoort te zijn. Zou het ‘eeuwige priesterschap’ zijn langste tijd kunnen hebben gehad? [meer]

Toeval – De speelruimte van het absolute

Toeval lijkt op de kosmische straling die eveneens bijna alles doordringt. Het behoort tot de betrekkelijkheid van bestaan in “een wereld van het toeval”. In de natuurwetenschap bestaan daarom wel toeval en waarschijnlijkheid maar geen waarheden. Rampen en crises lijken onvoorspelbaar. Met het toeval is ook niet de oorsprong te verklaren van de mens en zijn universum. Toeval verwijst permanent naar het Absolute. [meer]

Verrijzenis – De doden zijn klaarwakker

De mens is een geestelijk wezen dat ontwaakt is in een vergankelijk lichaam. Door het bewustzijn dat op aarde ontwaakt, kan de ziel voor altijd alle werelden zien van Gods oneindige schepping. Als we sterven worden wij in een hogere werkelijkheid herboren. Er zijn ook ‘levende doden’. Zij kunnen uit die onverschilligheid verrijzen op de ‘Dag des oordeels’, zoals in onze dagen waarin de Geest Gods als de zon opgaat. ‘Dode doden’ kunnen niet wakker worden. [meer]

Waarheid – Het betrekkelijke en het absolute

De mens noemt de mens ‘homo sapiens’ omdat deze nadenkend kan handelen, soms zelfs wijs. Bovendien beschikken de mens over geestelijke bewegingsvrijheid, vrije wil. Alleen de mens is op zoek naar kennis van de wereld en vraagt zich af waar die vandaan komt, met hemzelf er middenin. Wetenschap beantwoordt daarmee samenhangende vragen en roept nieuwe op. Openbaring vult aan wat niet te onderzoeken valt – de zin van alles, vooral van onszelf.  [meer]

Ziel – De verborgen mens

We weten dat ze er is, maar niet wat ze is – de ziel. Ze is verborgen in wat anderen en wijzelf van onszelf zien. Ze is zich van zichzelf bewust, bepaalt onze unieke individualiteit. Ze ontwaakt in de materie maar hoort niet tot de materie. De ziel is geen organisme uit delen en kan derhalve ook niet uiteenvallen, sterven. Wij nemen onszelf mee naar nieuwe werelden waarvan we nu nog gescheiden zijn als het kind in de schoot van zijn moeder gescheiden is van deze, zintuiglijke wereld en zich er geen beeld van kan maken. [meer]

 

Zonde – Het streven naar de ideale mens

Het geweten vormt het spoor van de innerlijke evolutie van de mensheid. Achter die ontwikkeling staan de grote Leraren die in tienduizend jaar de volkeren omhoog hebben geleid. De menswording wordt aangedreven door historische krachten die vrijkomen als God zich in de geschiedenis manifesteert. Daarbij worden idealen geopenbaard die de mentale vooruitgang aansporen. Zonde is slechter te doen dan God van een volwassen mens verwacht. [meer]

 

Baha'i Denkbeelden is een particulier initiatief van Gunter C. Vieten en een team van Nederlandse Bahá’ís
De vormgeving is van Steiner Graphics, Genève – Toronto